Hoe heb je Groene Kring leren kennen?

Toon: “Ik ben in Groene Kring gerold doordat Jan, de voorzitter van Groene Kring Dendermonde, me erbij heeft gevraagd. En zo geschiedde. Al sinds mijn 16 jaar ben ik Groene Kringer en een jaar later was ik kernlid.”

Wat betekent Groene Kring voor jou?

Toon: “Wat ik plezant vind aan de Groene Kring is dat er een evenwicht is tussen nieuwe dingen leren kennen en ontspanning. Er is ook ruimte om gedachten uit te wisselen met andere boeren. Voor mij is die balans tussen bijleren en plezier maken heel belangrijk, maar gelukkig gaat dat bij Groene Kring hand in hand.”

Vanwaar komt je passie voor de sector?

Toon: “De passie heb ik van kleins af aan van thuis meegekregen. Door de jaren heen kies je natuurlijk een kant van de landbouw die je zelf het leukste vindt. Zo heb ik me verdiept in de technische kant.”

In juni ging je mee op de nationale Groene Kringreis naar Denemarken. Hoe was die ervaring?

Toon: “Het was superleerrijk. De bedrijven die we bezochten waren vooruitstrevend en moderner dan in België. In mijn ogen zijn ze ons één stap voor als het aankomt op moderniteit en dierenwelzijn en hebben ze meer mogelijkheden voor de toekomst. Hoewel er strengere regels zijn, is er meer plaats. Het verschil met België is dat er op het platteland alleen boeren wonen of mensen die iets met de boerenstiel te maken hebben. Denemarken is gewoon een prachtig land, met enorm veel respect voor de boeren.”

Wat is je mooiste herinnering aan de reis?

Toon: “Op dag drie deden we twee bedrijfsbezoeken en zaten we ‘s avonds in een gezellig stadje. We zijn dan met iedereen samen uit geweest. Voor mij was dat zonder twijfel de leukste dag van de week. Overdag bijleren tijdens interessante bedrijfsbezoeken en 's avonds plezier maken in een dancing in de binnenstad.”

Heb je nog andere buitenlandse ervaringen?

Toon: “Ik ben ook mee geweest op Groene Kringreis naar Roemenië en Canada. Als ik moet kiezen, sprong Canada er echt uit. Het is een ander continent, met totaal andere gewoonten en regels. Daarnaast ben ik vijf jaar geleden drie weken op buitenlandse stage geweest op een Frans graanbedrijf bij een Franse boerin. Sindsdien probeer ik elk jaar langs te gaan. Ik kan iedereen zo'n buitenlandse stage aanraden. Je leert er meer dan de landbouw, zoals de gewoontes en de cultuur. Hoe de boeren daar denken, hun manier van werken en hun mentaliteit.”

Welke tip zou je geven aan iemand die graag een buitenlandse ervaring wil?

Toon: “Gewoon doen! Als je begint na te denken, doe je het toch niet. Wanneer je twijfelt, moet je gewoon springen. Wat is het ergste dat kan gebeuren?”

Is landbouw gemakkelijker in het buitenland, denk je?

Toon: “Ja, absoluut. In alle landen waar ik al ben geweest, was het gemakkelijker dan bij ons, door onze complexe regelgeving. Het is hier enorm moeilijk om te blijven ondernemen en innoveren zonder dat er dingen op je pad komen waarmee je rekening mee moet houden. In andere landen kan je gemakkelijker een bedrijf starten en is er meer perspectief voor jonge boeren. Nogal wat Belgische boeren trokken om die reden naar het buitenland. Je bent misschien ver weg van huis, maar een thuis creëer je zelf.”

Mocht je zelf ooit naar het buitenland trekken, waar zou je dan naartoe gaan?

Toon: “Ik kan me alleen baseren op de landen waar ik al ben geweest, en dan zeg ik Roemenië. Het land loopt eigenlijk wat achter op België, maar er liggen nog zoveel kansen. Ze leven er op een ander ritme en zijn nog volop aan het ontwikkelen. Als je er dan als West-Europese boer toekomt, heb je je kennis, die je daar perfect kan toepassen. Je bent er als het ware een pionier. Het enige heikele punt is Europa met zijn absurde regels.”