Karel, hoe ziet een gemiddelde dag er voor jou uit?
Karel: “Mijn vader en ik beginnen vaak samen met de varkens. Hij doet de dagelijkse controle en ik help waar nodig. Daarnaast doe ik vooral het werk op het veld. In de winter heb ik veel voorbereidend werk. Vanaf de lente ben ik bezig met alles in de grond te krijgen en in de zomer moet het er weer uit. Momenteel focus ik vooral op mechanische onkruidbestrijding, vanaf juli begin ik dan met het oogsten van groenten en granen en in september doe ik nog de laatste speciale teelten, zoals quinoa."
Waarom heb je de overstap gezet naar biologische teelten?
Karel: “Tijdens mijn studies was ik er door geïnteresseerd, zeker na enkele bedrijfsbezoeken. Het viel me toen op dat die bedrijven heel professioneel te werk gingen met teelten die wij ook al hadden. Toen is het balletje eigenlijk beginnen rollen. Na mijn studies heb ik vier jaar bij Inagro gewerkt, op de afdeling biologische landbouw. Daar mocht ik onderzoek doen en dat vond ik enorm interessant. In 2019 heb ik besloten om het familiebedrijf over te nemen. Mijn vader was twee jaar daarvoor begonnen met het eerste perceel om te schakelen naar biologische landbouw, zodat ik onmiddellijk kon beginnen met een biologisch perceel. Sindsdien zijn er ieder jaar biologische percelen bijgekomen en laten we de overstap naar biologische landbouw geleidelijk aan verlopen. “
Je hebt ook varkens. Zijn dierlijke mest en biologische landbouw niet vaak een moeilijke combinatie?
Karel: “Ja, eigenlijk wel. Je moet je biokringloop rondkrijgen. Dat kan door eigen mest van biodieren te gebruiken of door biomest van een ander bedrijf op het veld te voeren. Omdat de omschakeling van varkens naar een biologische teelt heel duur is en veel inspanning vraagt, hebben we beslist om die niet-biologisch te houden. Die mest gaat dan naar onze niet-biologische percelen. Voor de andere percelen laat ik biologische rundveemest bijhalen. Gelukkig is die hier in de buurt wel te vinden. “
[Lees verder onder de foto.]