“Heb je een buitenlandse droom? Maak de sprong!”

Hoe kwam je op het idee om in Roemenië te beginnen boeren?

Jan: “In 2007 werd Roemenië lid van de Europese Unie. Ik dacht toen dat het makkelijker zou zijn om hier een boerderij op te starten. Naar mijn aanvoelen was Roemenië ook een veiligere keuze dan Oekraïne, Hongarije of Polen, waar je op dat moment al meer geld nodig had om een bedrijf op te starten. Ik heb dus mijn kans gewaagd.”

Je hebt meerdere bedrijven buiten Nederland. Hoe is dat juist gelopen?

Jan: “In 2004 ben ik met een bedrijf begonnen in het oosten van Duitsland en tot 2008 kwam er om de één à twee jaar eentje bij. Momenteel heb ik daar nog drie bedrijven. In 2008 deed ik dan ook een eerste prospectie in Roemenië, een jaar later had ik mijn eerste akkerbouwbedrijf en in 2011 mijn eerste bedrijf met 200 koeien. Nadien is alles alleen maar blijven groeien tot wat het vandaag is.”

[Lees verder onder de foto.]

Jan De Boer Roemenië

Merkte je veel tegenstand toen je hier als buitenlander aankwam?

Jan: “Ik heb nooit veel tegenstand gevoeld of gemerkt. Het ligt er natuurlijk wel aan hoe je jezelf opstelt. De grond hier werd vaak niet gebruikt en wij hebben die in cultuur gebracht. Uiteindelijk heeft het me wel meer gekost dan ik ingeschat had. Daarnaast geven we direct werk aan 230 families en indirect aan nog een groot aantal andere bedrijven waarmee we handel drijven. Je mag niet vergeten dat wij een grote bron van belastinginkomsten zijn voor de gemeenten waar we actief zijn. Dat heeft een grote invloed op alle inwoners.”

Vandaag is er wel wetgeving die het voor buitenlanders onmogelijk maakt om grond te verwerven in hun eerste jaren hier?

Jan: “Die wet is vooral bedoeld voor grote investeerders die grote stukken grond opkopen om ze enkele jaren later met winst weer door te verkopen. Het is natuurlijk wel belemmerend wanneer je hier aankomt, maar iemand met een landbouwkundige opleiding  kan zich al na vijf jaar grond aanschaffen. In die eerste jaren kan je wel grond in pacht nemen en gebruiken. Als je naar Roemenië komt om hier écht te boeren, dan valt er prima met deze maatregel te leven.”

Je produceert 14 procent van alle melk in Roemenië. Welke invloed heb je dan op de melkfabrieken?

Jan: “Tot nu toe zijn de verhoudingen met de melkfabrieken wel prima. We leveren een constante hoeveelheid volle vrachtauto’s met melk van hoge kwaliteit. Ik kan niet zomaar mijn eigen prijs zetten, want ook ik blijf afhankelijk van de Europese melkprijs.”

[Lees verder onder de foto.]

Sta je, tussen alle administratie door, soms nog tussen de koeien of op het veld?

Jan: “Iedere dag kom ik op één bedrijf, met mijn overall en laarzen aan. Dat geeft me plezier. Eens om de twee weken ga ik de veld bezichtigen. Dat doe ik vooral om op de hoogte te blijven, want mijn expertise ligt eerder bij de koeien dan op het land.“

Heb je nog tijd voor je familie als je zoveel bedrijven moet runnen?

Jan: “Het is meer dan een fulltime job. Ik had mijn vrouw beloofd dat ik vanaf 2008 één week per maand minder naar Duitsland zou gaan om die week in Roemenië door te brengen. Zo zou ik dus meer bedrijven hebben en toch evenveel tijd hebben voor mijn gezin. Nu weet ik wel dat je zo’n bedrijf niet kunt opbouwen in een week per maand. Er kruipt enorm veel vrije tijd in, meer dan ik had verwacht. Mijn vrouw had me daarvoor gewaarschuwd en ik heb ze er gelijk in moeten geven.

Eigenlijk is het haast onmogelijk om nog een uitgebreid sociaal leven te hebben naast al het werk. Onze kinderen zijn grotendeels opgevoed door mijn vrouw. Die keuze hebben we samen gemaakt. We dachten er wel even aan om in het buitenland te gaan wonen, maar dat zagen onze kinderen niet zitten. Mijn vrouw is dus met de kinderen in Nederland gebleven.”

Heb je nog tips voor mensen die dromen van een buitenlands avontuur?

Jan: “Als je die droom hebt, ga er dan voor! Ik ben er zeker van dat je dan ook zal slagen. Natuurlijk zullen er soms tegenvallers zijn, maar je krijgt ook enorm veel voldoening en energie van iedere stap die je dichter bij je droom brengt. Een doel hebben in je leven is belangrijk, want zonder doel geraak je alleen daar waar de wind je brengt, maar nooit waar je echt wilt zijn. Ik ben er ook nog steeds van overtuigd dat er voor ons als agrariërs een goede toekomst ligt. We kunnen ons beroep misschien niet uitoefenen op de manier van onze ouders en voorouders, maar voedsel zal altijd nodig blijven.”