Hilda, kan je je bedrijf even kort voorstellen?

Hilda: “Onze hoofdtak is melkvee en we hebben 80 melkkoeien met jongvee. Daarnaast hebben we wat akkerbouw, hoofdzakelijk granen. Onze oudste zoon heeft ons bedrijf in januari overgenomen en onze jongste zoon is hier enkele jaren geleden hoeve-ijs beginnen te verkopen. Dan zijn er natuurlijk nog de vakantiewoningen.”

Hoe ben je op het idee gekomen om vakantiewoningen te verhuren?

Hilda: “Vroeger hadden we varkens, maar de zeugen zijn vertrokken in 2008. Daardoor kwam een hele ruimte leeg te staan. Het gebouw opnieuw gebruiken voor landbouwdoeleinden was moeilijk, want het is te klein om stro of machines op te slaan. Daarom besloten we om er vakantiewoningen van te maken. Aangezien wij nooit echt op vakantie gingen, wisten we niet goed wat toeristen zouden verwachten of wat hun eisen zouden zijn. Om ons voor te bereiden hebben we een jaar lang opleiding gevolgd rond kleinschalig plattelandstoerisme, maar eenmaal we de stap gezet hadden, verliep alles heel vlot.”

Hoe promoot je die vakantiewoningen?

Hilda: “Van bij het begin hebben we ons aangesloten bij Vlaanderen Vakantieland. Zij hebben ons heel erg geholpen tijdens de opstart en zorgden ook voor promotie. Vroeger publiceerden ze een boekje, maar nu gebeurt de promotie via de website. Daarnaast hebben we natuurlijk nog onze eigen website. Ik zou ook graag samenwerken met Booking. Doordat onze zoon in januari het landbouwgedeelte van het bedrijf overgenomen heeft, kunnen wij ons nu meer focussen op het hoevetoerisme. We willen de vakantiewoning niet uitbreiden, maar hopen op een hogere bezettingsgraad door met Booking samen te werken, ook buiten de schoolvakanties.”

"We winden er geen doekjes om, dit is het leven op de boerderij zoals het is."

Hilda Steensels

Hecht je veel belang aan educatie voor de toeristen?

Hilda: “Jazeker, de toeristen mogen hier meedoen met alle dagelijkse activiteiten op de boerderij. Mee de melkput in, als er een kalving is, mogen ze die mee volgen, de kalfjes laten drinken, mee op de tractor … We winden er geen doekjes om, hier is het echt het leven zoals het is. Ook als er iets misloopt, mogen de mensen dat zien. Dat hoort erbij. We hebben ook een soort huifkar waarmee we ritjes maken in het veld. Ik ga dan mee om te vertellen over alle gewassen die we onderweg tegenkomen.”

Wat vinden de bezoekers het leukst?

Hilda: "Kalvingen vinden de kinderen altijd het spectaculairst. Sommige gasten vragen al bij hun aankomst of er dat weekend een kalfje verwacht wordt, maar dat is natuurlijk nooit zeker. In de zomer is het de oogst. Dan mogen ze mee op de tractor het veld op om het graan binnen te halen.”

Hoe ga je om met hygiëne als er zoveel buitenstaanders meedraaien op de boerderij?

Hilda: “De mensen die hier komen logeren, hebben zelf geen koeien. De ziekte-insleep langs daar is miniem, omdat ze niet van een andere boerderij komen. Daarnaast krijgen de kinderen van ons overals en laarzen voor als ze bij de dieren komen. Ik zit vaak meer in met de veiligheid van die kinderen dan met die van de koeien. Kinderen zijn vaak onwetend en kunnen de gevaren op een boerderij moeilijk inschatten. Ze gaan bijvoorbeeld soms niet voldoende opzij als er een tractor komt aangereden. Daarom hebben we ook een regelement: kinderen mogen niet in de stal zonder hun ouders. We zorgen ook dat al het materiaal altijd goed in orde is. Dat is belangrijk, ook om ons zelf in te dekken als er toch iets zou gebeuren.” 

"Als er een kalfje geboren wordt, zitten de kinderen daar soms een uur of twee bij om het te aaien en te knuffelen."

Hilda Steensels

Merk je een verschil in het gedrag of het welzijn van de dieren?

Hilda: “Onze koeien zijn heel tam en mak geworden. Eén van onze koeien is bijvoorbeeld nu echt een knuffelkoe. Ook voor ons gaat ze niet meer opzij en komt ze schuren. De koeien zijn die aandacht nu dus van jongs af aan gewoon. Ik denk niet dat het hun welzijn negatief beïnvloedt. De koeien lijken gelukkig en lijken van alle aandacht te genieten.”

Is er regelgeving waarmee je rekening moet houden?

Hilda: “Met de regels hebben we nooit echt in de knoop gezeten en voor onze subsidies hebben we nooit problemen gehad. Omdat we een van onze vakantiewoningen zo ingericht hebben dat ze ook toegankelijk is voor mindervaliden, hebben we in het begin wel extra VLIF-steun gekregen.”

Zou je je toeristische activiteiten nog willen uitbreiden?

Hilda: “Sinds een jaar of twee hebben we kruiwandelen toegevoegd als mogelijke activiteit. Dat is een uniek concept in Vlaanderen: iemand bestuurt de kruiwagen en de rest zit erin. We hebben twee elektrische kruiwagens en enkele gewone. Ik geef gasten een route mee door de velden, met plaatsen waar ze kunnen picknicken. Onze zoon wil nu ook graag ontbijt aanbieden. Dat deden we tot nu nog niet, omdat de vakantiewoningen een eigen keuken hebben.”

Zou je landbouwtoerisme aanraden aan andere landbouwers?

Hilda: “Het moet bij je karakter passen. Als je graag wilt dat alles goed vooruitgaat, moet je geen gasten ontvangen. Als je kinderen laat meehelpen in de melkput, gaat dat nu eenmaal wat trager. Maar als iemand twijfelt, zou ik het zeker aanraden. Het heeft ons al zoveel mooie momenten en herinneringen opgeleverd. We gaan zelf nooit op vakantie, maar zo komt de vakantie toch een beetje naar ons. Na het werk zitten we vaak nog samen met de gasten met een biertje of iets fris voor een leuke babbel. Het geeft je een groter wereldbeeld. Zij leren van ons, en wij van hen.”