De Vlaamse agrovoedingsketen vormt de basis van onze voedingsindustrie, de grootste industriële sector van Vlaanderen. Deze keten bestaat uit de dierlijke primaire sector en zijn toeleveranciers en afnemers. Ze stelt zo’n 60.000 mensen tewerk en staat garant voor een omzet van ca. 38.5 miljard euro.
De ketenorganisaties beseffen dat we in Vlaanderen op bepaalde punten tegen milieugrenzen aanbotsen en ze erkennen dat een verdere versnelde daling van stikstofemissies, ook binnen de landbouwsector, zich opdringt. “De komende jaren blijven we met alle partners binnen de keten onze verantwoordelijkheid opnemen”, zeggen de organisaties. Maar vandaag hangt de definitieve PAS (Programmatische Aanpak Stikstof) al bijna een jaar als een gigantisch zwaard van Damocles boven het hoofd van elk van de bedrijven uit deze agrovoedingsketen.
Eén job op drie
Een ondoordachte definitieve PAS kan immers tot 30% van de banen en eenzelfde percentage (30%) van de bijdrage aan het bruto binnenlands product van de dierlijke agrovoedingsketen bedreigen. Dit zorgt bij veel landbouwbedrijven én binnen de ganse voedingsketen voor onzekerheid en onrust.
“Met een goed doordacht stikstofbeleid, geflankeerd door een gepast budget, kan de Vlaamse regering heel wat jobs vrijwaren en zo de socio-economische impact van dit beleid tot een minimum beperken”, luidt het bij de ketenorganisaties. In een gezamenlijke ketenbrief vragen de organisaties – aan de hand van vijf punten – dat Vlaanderen werk maakt van een stabiel en realistisch stikstofbeleid.