Robuuste ondernemers en ondernemingen

De algemene boodschap van Bavo in zijn opiniestuk was dat deeltijdse landbouwers niet achtergesteld mogen worden op voltijdse landbouwers. Die boodschap is vandaag nog steeds relevant. Het komt er in feite op aan om ondernemers en ondernemingen robuust te maken. Daarvoor moet er gekeken worden naar manieren om risico’s te spreiden en inkomsten te diversifiëren. Dat is essentieel in een sector die als geen andere afhankelijk is van externe factoren, zoals het weer of het klimaat.

Wie een landbouwbedrijf runt, bekijkt vooral intern hoe risico’s gespreid kunnen worden. Dat gebeurt bijvoorbeeld door meerdere gewassen te telen of door naast plantaardige ook dierlijke productie te hebben. Maar volgens Bavo is het minstens even belangrijk om naar mogelijkheden buiten het bedrijf te kijken. Hij pleit ervoor dat actief externe inkomstenbronnen aangewend worden. Dat kan bijvoorbeeld in privéverband, door landbouw te combineren met ander werk. Zo hebben veel boeren een partner die elders een betaalde job heeft. Vlaanderen is er intussen vertrouwd mee, maar dat een landbouwer zelf ervoor kiest om werk te combineren met een externe job is niet zo gebruikelijk en wordt vaak met argusogen bekeken.

"Landbouwers moeten de ruimte krijgen om te evolueren naar plattelandsondernemers."

Bavo Verwimp, landbouweconoom en bioboer

Zakelijke kansen benutten

Bavo Verwimp wil dat landbouwers de ruimte krijgen om te evolueren naar plattelandsondernemers. Dat betekent dat ze niet alleen focussen op traditionele landbouwactiviteiten, maar ook andere zakelijke kansen benutten. In plaats van vast te houden aan het strikte concept van landbouwers in hoofdberoep, pleit Bavo voor regelgeving die meer variatie en creativiteit toelaat. Zo kunnen landbouwbedrijven hun veerkracht verhogen en minder kwetsbaar worden voor uitdagingen zoals droogte, overstromingen of fluctuaties in de marktprijzen. Door deze flexibiliteit wordt het bovendien voor nieuwe generaties aantrekkelijker om in de sector te stappen.

De enige zekerheid is onzekerheid

De landbouwsector heeft de afgelopen jaren meermaals te maken gehad met grote crisissen. Denk aan de droogteperiodes van enkele jaren geleden, die grote schade aan gewassen veroorzaakten. Maar ook de meer recente periodes van extreme regenval hebben land- en tuinbouwers zwaar getroffen. Deze extreme weersomstandigheden leiden niet alleen tot verlies van oogsten, maar ook tot serieuze financiële onzekerheid. “We weten dat deze periodes van rampspoed niet zullen verdwijnen”, zegt Bavo. “Als boeren hun werk kunnen combineren met een externe baan, zullen ze sterker staan en minder snel kopje-onder gaan in tijden van crisis.”

Volgens Bavo liggen boeren nu eenmaal terecht wakker van het veranderende klimaat. Het is een harde realiteit dat de grillen van het weer rechtstreeks invloed hebben op hun werk en inkomen. De enige zekerheid die boeren tegenwoordig in droge of natte periodes hebben, is dat de kans groot is dat bepaalde oogsten zullen mislukken. Dat verhoogt de druk op hen om oplossingen te zoeken die hun voortbestaan kunnen garanderen.

In de frontlinie van de klimaatcrisis

Volgens Bavo krijgen boeren ook te maken met een unieke last. De gevolgen van de klimaatverandering worden vooral door hen gevoeld, omdat hun werk zo nauw verbonden is met de natuur, ook al dragen alle lage lagen van de bevolking mee verantwoordelijkheid. Dit zorgt voor een bijzondere druk op landbouwers. Ze staan in de frontlinie van de klimaatcrisis en moeten zichzelf constant aanpassen aan nieuwe omstandigheden.

Hoewel instrumenten zoals weersverzekeringen een deel van de risico’s kunnen opvangen, brengen ze ook financiële lasten met zich mee. Landbouwers moeten immers investeren in zulke verzekeringen. Daarom is volgens Bavo het diversifiëren van inkomsten de oplossing bij uitstek. Door te werken aan meerdere inkomensstromen, kunnen boeren zichzelf beschermen tegen de gevolgen van mislukkende oogsten of tegen economische tegenvallers.

"De erkenning dat niet alle boeren voltijds hoeven te werken om waardevol te zijn, biedt nieuwe kansen."

Bavo Verwimp, landbouweconoom en bioboer

Enkele jaren later

Toen Bavo zijn oorspronkelijke opiniestuk schreef, was de regelgeving nog strikter dan vandaag. Deeltijdse landbouwers kregen bijvoorbeeld haast geen toegang tot investeringssteun via het Vlaams landbouwinvesteringsfonds (VLIF). Dat kwam doordat er een criterium was ingevoerd over maximale inkomsten los van de landbouwactiviteit. 

Sindsdien zijn er positieve veranderingen doorgevoerd. De introductie van het begrip ‘actieve landbouwer’ in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) heeft meer mogelijkheden gecreëerd voor deeltijdse landbouwers. Hierdoor kunnen ook zij nu een beroep doen op bijvoorbeeld investeringssteun om hun bedrijven te moderniseren en verduurzamen. Dat is een stap in de goede richting, maar volgens Bavo is er nog meer nodig om de landbouwsector veerkrachtig en toekomstbestendig te maken.

Door deze vooruitgang kunnen deeltijdse landbouwers een belangrijke rol spelen in het moderniseren en versterken van de landbouwsector. De erkenning dat niet alle boeren voltijds hoeven te werken om waardevol te zijn, biedt nieuwe kansen. Toch is het cruciaal om aandacht te blijven besteden aan regelgeving en ondersteuning, zodat de sector zich kan blijven aanpassen aan veranderende omstandigheden.