Begin jaren ‘80 merkte de Europese overheid voor het eerst op dat de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater achteruitging. Bij te hoge concentraties schadelijke stoffen, die voorkomen in de door de boeren gebruikte meststoffen, kan het verontreinigde water het omringende ecosysteem ontwrichten. Daarom besloot de Europese Unie om eind ‘91 de ‘Nitraatrichtlijn’ uit te schrijven, om waterverontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen te beperken. Voor oppervlakte- en grondwater werden grenswaarden vastgelegd van 50mg nitraat per liter en goede landbouwpraktijken werden gestimuleerd.

Het Vlaams mestdecreet

Deze richtlijn op Europees niveau diende omgezet te worden in Vlaamse regelgeving: het Mestactieplan of ‘mestdecreet’. Het mestdecreet bepaalt de verplichtingen waaraan land- en tuinbouwers in Vlaanderen moeten voldoen bij de productie en verwerking van mest, het bemesten van landbouwgrond en het transport en de opslag van meststoffen. De Mestbank (onderdeel van de Vlaamse Landmaatschappij) werd het orgaan dat de aangiftes verzamelt en dat erop toeziet dat de wetgeving nageleefd wordt. En de Mestbank helpt landbouwers ook hun verplichtingen na te komen en begeleidt hen op weg naar een milieuvriendelijkere bedrijfsvoering.

Doorheen de jaren zijn er heel wat Mestactieplannen gemaakt in Vlaanderen. Naast nitraten werden ook andere stoffen beperkt, zoals fosfaten. Elke vier jaar moet de evaluatie van het lopende plan worden voorgelegd aan de Europese overheid. Vandaag geldt MAP 6. 

De laatste belangrijke verandering is de gebiedsgerichte aanpak per afstroomzone in plaats van focusgebieden. Vier gebiedstypes hebben elk een pakket maatregelen voor de land- en tuinbouwer die er zijn gronden heeft liggen. 
 

Wat doet Groene Kring in dit dossier?

Binnen Groene Kring worden standpunten samen ontwikkeld, zodat ze breed gedragen zijn. Bovendien worden de belangen van de jonge land- en tuinbouwers aan verschillende tafels verdedigd.

  • Vier keer per jaar naar het mestbankoverleg, met de input van werkgroepen en provinciale kernen.
  • Standpunten verdedigen in de structuren van Boerenbond 
  • Een werkgroep MAP om actuele thema’s binnen dit dossier te bespreken
  • Syndicale acties bv. de werkbaarheid en de timing van implementatie